Je hebt als patiënt het recht om bij elke tussenkomst van een zorgverlener je toestemming te geven. Geen enkele handeling kan zonder je toestemming (uitdrukkelijk/stilzwijgend) opgestart, voortgezet of stopgezet worden. Dit recht geeft ook aan dat je kan weigeren.
Zonder je toestemming kan geen enkele behandeling worden gestart of voortgezet. De toestemming moet mondeling gegeven worden nadat je door de zorgverstrekker werd geïnformeerd (of de beroepsbeoefenaar leidt de toestemming af uit de gedragingen van de patiënt, bijv. de patiënt steekt de arm uit voor een injectie). Deze informatie heeft betrekking op de volgende aspecten van de tussenkomst: het doel (bijv. een diagnosestelling), de aard (bijv. is de tussenkomst pijnlijk?), de graad van urgentie, de duur, de frequentie, de contra-indicaties, de nevenwerkingen, de relevante risico's, de noodzaak aan nazorg, de financiële gevolgen (bijv. honoraria, het al dan niet geconventioneerd zijn van de beroepsbeoefenaar), de eventuele gevolgen van een weigering van toestemming alsook de mogelijke alternatieven.
Je kan op elk ogenblik je toestemming intrekken of herzien. In spoedeisende gevallen moet de arts echter alle noodzakelijke behandelingen instellen. Zodra het mogelijk is moeten de rechten op informatie en toestemming verder worden gerespecteerd.
De patiënt heeft het recht op het vernemen of de beroepsbeoefenaar verzekerd is en gemachtigd is om zijn beroep uit te oefenen .